Blog
Ask the expert: Plastisch chirurg drs. Yvonne Smulders
Het lijkt misschien op stofzuigen, maar de liposuctietechnieken zijn in de loop der jaren steeds verfijnder geworden. Plastisch chirurg Yvonne Smulders: “Van geluidsgolven tot waterstralen: we onderzoeken alles, maar uiteindelijk kiezen we voor wat het beste werkt.”
Lipo-evolutie
“Twee liter vet wegzuigen per bovenbeen? Dat kan tegenwoordig gewoon. En dan haal je uit de onderbenen soms ook nog eens een liter. Zulke grote hoeveelheden, dat lukte vroeger niet. Nu hebben we betere materialen, zijn we beter georganiseerd en hebben we alle cliënten tijdens de operatie aan de monitor, zodat je precies kunt zien of iemand stabiel blijft. Zulke grote liposucties doe ik altijd onder narcose, want dan kan ik mijn werk beter doen. Als je grotere stukken behandelt, bijvoorbeeld op de buik of bovenbenen, zijn er altijd randjes die gevoelig zijn. Dat maakt een ingreep belastend voor een cliënt. Natuurlijk: anesthesie kost iets meer. Maar als ik het uitleg, kiezen cliënten er altijd voor. Alleen een kleine liposuctiebehandeling kun je prima doen met een lokale verdoving.
Zuigen en trillen
Tumescente liposculptuur is tegenwoordig de gouden standaard. Daarbij breng je grote hoeveelheden vloeistof in om het vet los te maken, zodat het makkelijker kan worden weggezogen. Ook laat de vloeistof de bloedvaten samentrekken waardoor de bloeduitstortingen minimaal zijn. Wij gebruiken bij Velthuis kliniek een elektrisch systeem dat zuigt en trilt, waardoor je meer vet weg kunt halen. Deze vibra-liposuctie vraagt minder kracht van mij als chirurg, maar vergis je niet: het blijft behoorlijk arbeidsintensief.
Door de jaren heen hebben we regelmatig nieuwe innovaties gezien. Zo heb ik ook gewerkt met apparatuur met geluidsgolven en onlangs was er een nieuw systeem dat met waterstralen werkt. De collega’s waren er niet enthousiast over, dus gaan we het niet gebruiken. We onderzoeken alles, maar uiteindelijk kiezen we voor wat het beste werkt, zowel voor de cliënt als voor de arts.
Wordt het mooi?
Het moeilijkste van een liposuctie is niet de ingreep zelf, maar bepalen of de ingreep wel het gewenste resultaat gaat opleveren. Mensen denken vaak: de arts zuigt het vet weg en ik word weer zo strak als toen ik 18 was. Helaas, zo werkt het niet. Het resultaat van liposuctie valt of staat met de kwaliteit van de huid. Is die te slap, dan maakt liposuctie het er alleen maar lelijker op. Het resultaat wordt het mooist op plekken waar de huid het minst geleden heeft. Heupen en rugrollen bijvoorbeeld, die zijn heel geschikt, zowel bij vrouwen als mannen. Ook de buitenkant van de bovenbenen zijn goed te behandelen.
Maar vrouwen vragen mij vaak om de binnenkant van de bovenbenen te doen, omdat die tegen elkaar schuren. De huid daar is heel zacht en slap, dan kun je plooien krijgen. Ook bij mensen die veel zijn afgevallen is liposuctie niet altijd geschikt. Bij een verslapte buik moet je dan ook huid weghalen. Dit is altijd een spanningsveld tijdens het consult. Je moet duidelijk zijn over hoe het kan worden en vooral niet te hoge verwachtingen neerzetten. Gelukkig zijn veel mensen blij dat ik zo eerlijk ben.
Trend: vet recyclen
Vet wegzuigen is één ding, maar tegenwoordig gebruiken we dat vet om andere lichaamsdelen op te vullen. Vooral lipofilling van de borsten is booming business. Niet iedere vrouw wil implantaten in haar lichaam en dat heeft de vraag naar een natuurlijk alternatief vergroot. En wat is er nu veiliger dan lichaamseigen materiaal?
Voorwaarde is wel dat je elders op het lichaam vet moet kunnen oogsten; bij jonge meisjes valt er vaak weinig te halen. Maar vrouwen die al zwanger geweest zijn en een legere borst hebben, daarvoor is het een prima optie. Lipofilling moet je zien als een spons waarin je in elk gaatje vet spuit. Alle vetcellen moeten een connectie vinden met bloedvaten om te kunnen overleven. Je siliconenimplantaten eruit halen en die holte opvullen met een grote klodder vet, dat werkt dus niet. Dat vet groeit nooit aan.
Meer volume gevraagd
Vrouwen die komen voor een borstvergroting willen meer volume dan vroeger. 450 cc is tegenwoordig heel normaal. Met lipofilling kun je in een borst niet meer dan 300 cc kwijt. Als daarvan de helft blijft zitten, heb je dus een volumetoename van 150, 175 cc. Je haalt dus vaak niet in één keer het gewenste resultaat, soms moet je twee of drie keer een ingreep doen. De investering is bij een borstvergroting met lipofilling dus groter dan met implantaten. Maar tegen jonge meiden zeg ik altijd: hou er rekening mee dat je in je leven nog wel een keer geopereerd zult moeten worden om de implantaten te vervangen. Terwijl vet een leven lang meegaat. Dan is het verschil niet zo groot meer.
Billen zijn hot
En lipofilling voor de billen? Natuurlijk, billen zijn hot. Maar het probleem is dat daar veel grote bloedvaten door de spieren lopen. Je loopt het risico dat je vet in zo’n vat spuit en dan krijg je vetembolie: kleine stukjes vetweefsel komen dan in het bloed terecht en lopen vast in de bloedvaatjes. Die bloedvaatjes raken daardoor verstopt en dat is gevaarlijk. Wereldwijd zien we daardoor elk jaar enkele sterfgevallen, vaak in Brazilië. De kans is klein maar aanwezig. Ik neem dat risico niet - en mijn collega’s binnen Velthuis kliniek gelukkig ook niet.
Een jonger gezicht
Wat wél een veelbelovende ontwikkeling is, is lipofilling van het gelaat. We weten dat een gezicht er vooral ouder uitziet door vetverlies. Daardoor gaat de huid hangen. Door op de juiste plekken vet terug te brengen herstel je het jeugdig volume. Ook kun je kinvergrotingen doen zonder implantaat, of diepliggende ogen opvullen waardoor je een veel vriendelijker uiterlijk krijgt. Dat is echt een grote doorbraak. Opvallend is dat ook de kwaliteit van de huid door lipofilling aanzienlijk verbetert. We denken dat stamcellen in het vet een verjongingsproces op gang brengen. Deze techniek staat nog in de kinderschoenen, maar hier gaan we de komende tien jaar enorm stappen in maken.
Wakker liggen
Tevreden cliënten zijn voor mij het allerbelangrijkst. Dat betekent dat ik soms moet zeggen dat ik niet ga opereren. Ik kan snel zien wat ik kan maken, maar matcht dat ook met wat iemand verwacht? Als iemand een veel te hoog verwachtingspatroon heeft, krijg ik die cliënt nooit blij. Vroeger lag ik daar soms van wakker, maar daar ben ik in veranderd. Ik ben strenger geworden en blijf bij mijn eigen overtuiging. Dat is het voordeel van al iets langer meelopen…”